Het programma geeft jongeren de mogelijkheid om bij te dragen aan de samenleving en zo hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen en mensen te ontmoeten buiten hun directe leefomgeving. Dat kan op heel uiteenlopende plekken: in de zorg, het onderwijs, in de wijk of bij een goed doel.
Van wie komt het idee ook al weer?
Carien: “Het is een afspraak uit het regeerakkoord en het is de verantwoordelijkheid van drie departementen: OCW, SZW en VWS. In het kernteam, dat elke week bijeenkomt, zitten onder ander de Nationale Jeugdraad, de NOV (de vereniging van organisaties voor vrijwilligerswerk) en ambtenaren van de ministeries.”
Hoe zijn jullie te werk gegaan?
Carien: “In de zomer van 2018 zijn de eerste MDT-proeftuinen gestart. We wisten zelf helemaal nog niet wat de beste aanpak was en of het zou gaan lukken. Wel wilden we vanaf het begin de jongeren en de desbetreffende organisaties betrekken bij de opzet. Daarom is gelijktijdig een onderzoek gestart naar de ervaringen van zowel de deelnemende organisaties als de jongeren zelf. Door de resultaten van dat onderzoek konden we MDT steeds concreter omschrijven. Dat is ook het bijzondere van dit programma: het wordt niet van bovenaf opgelegd, maar ontstaat al doende, vanuit jongeren en de samenleving.”
Hoe wordt de MDT gefinancierd?
Carien: “Organisaties die MDT willen aanbieden kunnen hiervoor subsidie aanvragen. Het beschikbare subsidiebedrag is deze kabinetsperiode 250 miljoen euro en vanaf 2022 is jaarlijks 100 miljoen gereserveerd. Tijdens een ‘beren op de weg’-sessie heeft het kernteam mogelijke risico’s benoemd. Bijvoorbeeld dat allerlei vage bemiddelingsbureautjes op de pot met geld afkomen. Of dat MDT een verdienmodel wordt voor frauderende types.”
Is de vrees voor subsidiemisbruik terecht?
Carien: “In de criteria voor subsidie staat waaraan een organisatie moet voldoen. Daarop selecteren we. Na de subsidieverlening worden de activiteiten van die organisaties gemonitord. ZonMw laat een accountantscontrole uitvoeren naar de besteding van het geld. Een onderzoeksbureau doet continu onderzoek naar de praktijk van de MDT-projecten en ook als kernteam hebben we contact met de deelnemende organisaties.”
MDT is bedoeld voor alle jongeren, niemand uitgesloten. Maar bereik je met zo’n vrijwillig programma wel alle jongeren?
Carien: “Ook dat houden we met evaluatie en onderzoek in de gaten. Hoe oud zijn de deelnemers tot nu toe, wat is hun sociale achtergrond, zijn het scholieren of juist niet? Tot nu toe hebben we ruim 15.000 deelnemers gehad. En het blijkt dat we - ook zonder verplichting - alle type jongeren bereiken. Elke MDT-organisatie heeft zijn eigen netwerk en bereik van groepen jongeren. Gezamenlijk vormen zij een sterk netwerk van jongeren, maatschappelijke organisaties, gemeenten en scholen die een groot bereik hebben. Voor de motivatie van de moeilijk bereikbare groep zijn jongerenwerkers heel belangrijk. Maar ook vrienden die al ervaring met MDT hebben. Zij zijn de beste ambassadeurs en rolmodellen voor MDT.”
Nog een beer op de weg: de activiteiten van de MDT’ers zouden wel eens betaald werk kunnen verdringen.
Carien: “Op dit moment is dat niet het geval. Maar zeker met de te verwachten economische terugval is dat risico aanwezig. Vandaar dat we daar extra aandacht aan besteden, samen met de jongerenvakbonden van het CNV en FNV. Ook in de subsidievoorwaarden staat dat er geen betaalde functies gebruikt mogen worden.”
Hier en daar is te lezen dat jongeren een certificaat ontvangen, ‘waarmee solliciteren op een overheidsbaan een stuk soepeler gaat’. Klopt dat?
Carien: “Nog niet. Het gaat vooral om waardering voor wat ze hebben gedaan. Een landelijk certificaat kan natuurlijk enorm bijdragen aan dat gevoel van waardering. Daarom gaan we inderdaad een certificaat invoeren dat niet alleen erkend wordt door de overheid, maar door alle werkgevers.”
Carien Meijerman, VWS-projectleider ‘Er hebben al 15.000 jongeren invulling gegeven aan de maatschappelijke diensttijd’