
Waar ben je op dit moment mee bezig?
“Een sg zit natuurlijk veel in overleg, zeker in deze tijd. Ik schuif in de ochtend aan bij de bewindslieden en verder zijn er allerlei afstemmingen waarbij ik aanwezig ben. Maar mijn grootste vraagstuk op dit moment is: hoe houden we de organisatie mentaal en fysiek gezond? Ik ben bijna dagelijks in De Resident, dus daar kan ik goed de vinger aan de pols houden door bijvoorbeeld gesprekken aan te knopen met de collega’s die hard aan het werk zijn.”
Maar het overgrote deel werkt thuis…
“Ja, in de gaten houden hoe het met hen gaat, is een uitdaging. Met mijn dagelijkse update probeer ik alle VWS’ers in ieder geval aangehaakt te houden bij alle ontwikkelingen. En op 14 mei is het online VWS-event ‘Alleen Samen’, waarvoor al veel collega’s zich hebben aangemeld. Verder peilen we met een kort onderzoek hoe het met iedereen gaat, en ik laat me bijpraten door MT-leden. Mijn algemene indruk is dat ook de thuiswerkers zich goed door deze crisis heenslaan, waarmee ik zeker niet wil suggereren dat het makkelijk is.”
VWS is al weken in de ban van de coronacrisis. Wat was het moment dat jij wist: dit virus is een ‘gamechanger.’
“Dat was denk ik in de week nadat de eerste besmetting in Nederland werd bekendgemaakt. Alles ging in een stroomversnelling. Bij VWS moest van alles opgetuigd worden, en een mogelijke lockdown stond voor de deur. Mijn agenda werd schoongeveegd, alles stond in het teken van het virus. Toen wist ik: dit is iets anders dan crises die we tot nu toe hebben meegemaakt. Dit raakt ons allemaal. En dit gaat heel lang duren.”
En in alle hectiek moest minister Bruins aftreden.
“Dat was geen gamechanger, dat was een wake-up-call. Een ongelooflijk verdrietige gebeurtenis, die ons allemaal wakker heeft geschud. De oproep van Bruins, ‘let een beetje op elkaar’, kreeg een zeer serieuze lading. Niet alleen toen. Die woorden zijn nog steeds heel belangrijk.”
Toch komen we in een nieuwe fase: de maatregelen worden langzaam versoepeld. Ben je blij of baart dit je zorgen?
“Blij ben ik zeker niet. Deze crisis is heel akelig, verdrietig en heftig voor iedereen. Ik had dit liever niet gehad. Tegelijkertijd zie ik positieve ontwikkelingen. Bij VWS praten we al lang over een toekomstbestendige zorg. Nu gaan bepaalde ontwikkelingen opeens heel snel. Kijk bijvoorbeeld naar de digitale zorgverlening. En er wordt op allerlei terreinen ineens door verschillende partijen over domeinen heen samengewerkt, waar dat normaal behoorlijk stroperig ging. Neem het Landelijk Consortium Hulpmiddelen, waarin professionals uit ziekenhuizen, academische centra, leveranciers en producenten de handen ineenslaan om medische hulpmiddelen in te kopen. Kortom: de crisis forceert veranderingen die de zorg uiteindelijk vooruit zullen helpen.”
Thuiswerken, mondkapjes, plexiglas, anderhalve meter afstand houden… Hoe ziet werken in De Resident er over een half jaar uit?
“Aan een voorspelling durf ik me niet te wagen, maar dát werken gaat veranderen, daarvan ben ik overtuigd. We hebben de afgelopen periode allemaal noodgedwongen kunnen proeven aan werken op afstand. Daardoor weten we bijvoorbeeld dat digitaal vergaderen een live vergadering soms prima kan vervangen, en dat sommige dingen thuis misschien veel makkelijker gaan dan op kantoor. VWS’ers zullen straks een werkplek kiezen die past bij de werkzaamheden die ze moeten doen.”
Zoveel mensen zoveel meningen. Hoe kijk je naar de kritiek op het werk van VWS, bijvoorbeeld rond de ontwikkeling van de app.
“Ik denk: het is makkelijk om achteraf tot nieuwe inzichten te komen of vanaf de zijlijn commentaar te leveren. Maar het werk gebeurt hier bij VWS. Hier werken we keihard om de crisis te bezweren, hier worden de moeilijke besluiten genomen. En toegegeven: in het heetst van de strijd worden er fouten gemaakt, maar ook fouten brengen ons verder. De Appathon heeft bijvoorbeeld aan heel Nederland laten zien hoe vreselijk ingewikkeld het is om een goede app te bouwen. Dat is winst en daar ben ik trots op. Daarvan krijg ik een glimlach op mijn gezicht. Maar kritiek is altijd welkom, het is mijn taak, en die van de Bestuursraad, om open te staan voor kritische geluiden en niet in een tunnelvisie te raken.”
Heb je de afgelopen weken coronapatiënten gesproken?
“Het leukste van mijn werk vind ik de werkbezoeken, het echte contact met de zorg. Door de crisis is dat niet altijd makkelijk te organiseren. Dus nee, patiënten heb ik niet gesproken, maar wel mensen die met patiënten in aanraking zijn geweest. Verder is mijn informatiebron de televisie, de frontberichten bieden een kijkje achter de schermen.
Daardoor weten we allemaal: corona is geen griepje. Het is een heel nare, heftige ziekte.”
Hoe gaat het eigenlijk met jou?
“Ach, ik werk veel, probeer voldoende te slapen, gezond te eten en te bewegen. Vanuit VWS heb ik de BioCheck aangeschaft, die werd beschikbaar gesteld voor alle medewerkers die druk zijn met de crisis. Het is een speciale band die bijhoudt of ik voldoende ontspan en herstel van stress. Als dit niet goed gaat, krijg ik allerlei tips aangereikt. Verder train ik thuis met gewichten en heb ik het hardlopen weer opgepakt, want sporten in De Resident gaat even niet.”
Ben je weleens bang geweest voor je eigen gezondheid?
“Gek genoeg niet. Ik ben 57 en heb wat overgewicht, dus het zou zomaar mis kunnen gaan. Maar bang zijn past niet zo bij me. Mijn vader en moeder zijn allebei in de 80, dus daar heb ik over ingezeten. Maar ze leven de regels extreem goed na, mijn zorgen over hen zijn gering.”
Hoe heeft de coronacrisis jouw privéleven veranderd?
“Ik ben veel in De Resident, dus in dat opzicht is er niet veel veranderd. Mijn vier kleinkinderen zie ik nog wel, maar ik probeer me daarbij uiteraard wel aan de regels te houden. Al vind ik dat soms best moeilijk, moet ik toegeven.”
Gaan we ooit weer helemaal terug naar het vroegere normaal?
“Dat denk ik niet. We zijn op weg naar een ander normaal. Het werken zal veranderen, de zorg, de omgang met elkaar. Maar dat is geen slechte ontwikkeling. Ik hoop dat we straks kunnen zeggen: het was heel erg, maar we zijn er wijzer en sterker uitgekomen.”
Nog een laatste positieve boodschap?
“Ik ben trots op alle VWS’ers! Het is voor niemand een makkelijke periode, maar desondanks wordt er enorm veel en goed werk verzet. Hulde daarvoor! En tot slot toch ook nog maar even deze boodschap in de herhaling: houd vol, let op jezelf, let op elkaar.”
