
Jeff de Beer (63)
senior adviseur bedrijfsvoering ‘Ik geef prioriteit aan de zorg voor mijn moeder’
“Vier jaar geleden botste ik tegen de grenzen van mijn kunnen aan, omdat de zorg voor mijn moeder (89) steeds meer van mij vergde. Een psychotherapeut bood eerste hulp. De jaren daarna heb ik door inzet van familie en zorgverleners de zorg voor moeder optimaal kunnen inregelen. Helaas ben ik door de coronacrisis weer terug bij af: de zorg voor moeder rust weer voor bijna 100% op mijn schouders.
Er is geen dagopvang meer, de thuiszorg is geminimaliseerd en de thuishulp heeft afgezegd. De familieleden, die naar oma omzagen, werken in de hotspots van de coronabesmettingen. Voor oma vormen zij nu een te grote risicofactor, dus mogen zij al enige weken niet meer komen. Mijn leidinggevenden en collega’s weten het inmiddels: ik geef prioriteit aan de zorg voor moeder. En tussen die zorg in, probeer ik vanuit huis nog zo goed mogelijk mijn werk te doen. Ik heb in de eetkamer een thuiswerkplek ingericht. De ‘managed laptop’ is aangesloten op een normaal scherm. Hiervoor heb ik zelf een verbindingskabel, los toetsenbord en muis aangeschaft. Ook staat er een privé laptop. Deze gebruik ik voor zaken die het netwerk kunnen belasten.
Ik heb geleerd om negatieve gedachten om te zetten in helpende denkpatronen. Dat loont ook nu, ik heb zaken tot nu toe kunnen opvangen. Als de coronacrisis vier jaar geleden had plaatsgevonden, was ik nu al afgebrand.
De afgelopen weken heb ik helaas fors moeten inleveren op mijn privéactiviteiten. Ik heb mij voorgenomen om de komende weken meer tijd voor mijzelf te nemen. Wandelen - zolang het nog kan -, een boek lezen, video’s kijken, de voortuin lenteklaar maken, enzovoorts. Dat is nodig om niet alsnog af te branden.”
Tips van Jeff voor collega’s
Jeff: “Tot mijn verbazing – ik ben al jaren geen cliënt meer - stuurde de psychotherapeut deze week een mail. Daarin stonden tips om al thuiswerkend de coronacrisis goed door te komen. Zijn adviezen wil ik met jullie delen.”
600x400-cover-75.jpg)
Marcel Floor (50)
VWS-attaché voor India ‘India is een hele grote producent van medicijnen’
“Ik was nog maar kort - sinds eind vorig jaar - de eerste VWS-attaché in India. Maar door de coronacrisis werk ik nu weer vanuit Nederland. Het aantal besmettingen in India is nu nog relatief laag, maar wat zijn de cijfers waard? Is de overheid daar in control? Mijn vrouw en dochter waren nog niet overgekomen, dat speelde een rol bij de keuze om terug te keren.
Als attaché behartig ik de belangen van VWS op het terrein van volksgezondheid en zorg. Die zijn heel breed, dus ik werkte nog aan een precieze invulling van mijn opdracht. Maar op nummer één staat de continuïteit van de levering van medicijnen vanuit India. Dat is alleen maar urgenter geworden. India is een heel grote producent van medicijnen. Veel van de medicijnen in onze apotheken komen er vandaan. Nu is er een uitvoerverbod voor ‘corona-kritische’ medicijnen en grondstoffen. Dat gaat voor ons dus mogelijk gevolgen krijgen.
India, een sterk verdeeld land met 1,3 miljard inwoners, is razendsnel op slot gegaan. Betekent de ‘lockdown’ dat de medicijnproductie ook stilligt? Dat zoeken wij nu uit. Op de ambassade werkt nog een kernteam, voor onder meer consulaire taken. Samen met onze Indiase collega’s verzamelen we relevante informatie en antwoorden op vragen die in (politiek) Nederland leven.
In 2009 maakte ik op de ambassade in Beijing de uitbraak van de Mexicaanse griep mee, ik heb ervaring. Net als toen was nu de vraag: blijven of terug naar Nederland? In overleg met IZ is besloten dat ik terug naar Nederland zou gaan. Hier besteed ik mijn tijd aan mijn werk als attaché, maar er liggen bij IZ voldoende andere taken die verder moeten, ook bij ziekte. Dit scenario was uiteraard niet wat ik in gedachten had toen ik naar India vertrok. Maar ik ben blij dat ik mij hier thuiswerkend ook nuttig kan maken.”

Tidde Goldhoorn (43)
senior beleidsmedewerker directies IZ en GMT (gedetacheerd bij Europese Commissie in Brussel) ‘Hoe leggen we het uit aan de kinderen’
“Met mijn vrouw en twee dochters van 4 en 7 zit ik inmiddels ruim tweeënhalve week in thuisisolatie. Dat betekent improviseren: wie werkt wanneer, hoe zorgen we ervoor dat de kinderen voldoende leren, hoe leggen we uit wat er op dit moment in de wereld gebeurt, gaan we wel of niet naar buiten?
Met de collega’s heb ik vooral via e-mail en Skype contact, en dat gaat inmiddels na wat opstartproblemen best goed. Met familie en vrienden in Nederland onderhouden we vooral contact via WhatsApp en Skype - de grens tussen België en Nederland is sinds vorige week gesloten.
Het contact met VWS gaat op dit moment vooral over de EU-corona-aanpak. Ik verwijs zoveel mogelijk door naar wie zich in Brussel met welk onderdeel bezighoudt. Europese actie is best lastig, want de ontwikkelingen gaan in hoog tempo en volksgezondheid is geen kerncompetentie van de EU. De commissie mag slechts coördineren en hier en daar wat geld uitgeven.
Bij mijn directe Brusselse collega’s is veel belangstelling - maar ook onbegrip over - het hartgrondige Nederlandse ‘nee’ om de Italianen en Spanjaarden financieel tegemoet te komen nu het coronavirus daar zo hard heeft toegeslagen. Daarnaast zie je dat de ‘herd immunity’ uit de toespraak van Rutte een eigen leven is gaan leiden in Europa. Veel collega’s beginnen erover: gaan jullie elkaar echt besmetten in Nederland om groepsimmuniteit op te bouwen?”